Ook: vleuken (Midden-Drenthe), vleuiken (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), vluiken (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
vloeken
Hij vluukt de duvel uut de hel
Het wordt er licht van, zo vlökt e (Sleen)
Hij vluukt as een old saldaot (Westerbork)
as een ketter (Balloo)
as een scheepsjaoger (Emmer Erfscheidenveen)
Aj het vluken wilt leren, muj schaopen hoolden en op tripklompen lopen (Padhuis)
Vluken is niks as een anworden (Zwinderen)
niet bij elkaar passen van kleuren
Die kleuren passen nait bie mekaor, dat vlökt (Valthermond)