vluken onovergankelijk, sterk, werkwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: vleuken (Midden-Drenthe), vleuiken (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), vluiken (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. vloeken

    Hij vluukt de duvel uut de hel

    Het wordt er licht van, zo vlökt e (Sleen)

    Hij vluukt as een old saldaot (Westerbork)

    as een ketter (Balloo)

    as een scheepsjaoger (Emmer Erfscheidenveen)

    Aj het vluken wilt leren, muj schaopen hoolden en op tripklompen lopen (Padhuis)

    Vluken is niks as een anworden (Zwinderen)

    Zie ook:
  2. niet bij elkaar passen van kleuren

    Die kleuren passen nait bie mekaor, dat vlökt (Valthermond)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...