voelak -ken, de

Ook: vuilak

  1. vuilak

    Wat is die kèrel een geweldige voelak (Zwinderen)

    Dai man is ain vuilak en nait te vertrouwen (Tweede Exloërmond)

    en die is overal veur in staot (Klazienaveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...