voldoen I onovergankelijk, sterk, werkwoord
  1. voldoen

    Wie hebt dat spul wal probeierd, ...probeerd, man het voldait, ...voldut nich (Barger Oosterveld)

    Dat peerd voldöt goud (Gieten)

    Dat hef mij goed voldaon (Grolloo)

    Daor za'k an proberen te voldoen (Nijeveen)

    Zie ook:
  2. betalen

    Ik bin ekomen um de rekening te voldoen (Havelte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...