voorgang de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: veurgang (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), voorpad (Midden-Drenthe)

  1. gang vóór de koeien

    Die stal hef een smalle voergang (Kerkenveld)

    Ik moet de veurgang even schoonvegen (Klazienaveen)

    De voorgaank is de gaank veur de konen langes, waor het heui ien kwaamp (Diever)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...