voorhok de
  1. plaats, waar het voer en de voerartikelen staan

    De emmers staot in het voorhokke (Nijeveen)

    Een voerhokke um maal te bewaren, mit een draanktonne, de kaokpotte en de maaltonnen (Zuidwolde)

    Is de voueremmer nait te vinden? Kiek maor in het vouerhok (Peize)

    in de schure (Roden)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...