voorkoezer -s, de, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)
  1. paard dat niet goed kan kauwen

    Een veurkoezer hef takken an het gebit, die wuurden der ofbraand (Sleen)

    koegelkauwer, proppenkauwer

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...