vortlopen onovergankelijk, sterk, werkwoord
  1. weglopen

    Hij is mit een kwaoie kop vortlopen (Emmer Erfscheidenveen)

    Zie ook:
  2. Die kerel loopt ze nogal met weg, mor het is een saotan

    Zie loopt met hum vort

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...