vreen onovergankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: vrèen (Zuidwest-Drenthe), vrien (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), vredigen (Kop van Drenthe)

  1. afrasteren, de afrastering in orde maken

    Zien pinken loopt geregeld langs de weg, hij mot beter vreen (Hijken)

    Wij vrèet elektries

    Ik was an het vredigen en dat stiekeldraod scheurde mai deur de moes van de haand (Peize)

    rikken

    Zie ook:
  2. sloten opruimen, waardoor een weide wordt afgesloten voor vreemd vee

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...