vrommes -sen, het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: vrummes (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), vrömmes (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), vrouwmens (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe)

  1. vrouwspersoon

    Wat har dat vrommes een afschuwelijk lillijke jurk an (Stieltjeskanaal)

    Het is niet zo'n helder vrömmes, ...vrommes (Uffelte)

    Dat is een knap vrömmes (Pesse)

    Die man hef een vrömmes bij zuk in

    Het is een eerzuchtig vrouwmens (Nieuw Schoonebeek)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...