wèrig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: werig, weerderig (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. druk(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wat een weerderig meense (Ruinen)

    Kinder bint zo werig, wij kriegt vast aander weer (Eext)

    onwerig

    Zie ook:
  2. verward(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Het stro is geweldig wèrig

    Het zaod is zo werig, daor hej last van met het wellen (Sleen)

    Hie hef het haor wèrig, ...warrig um de kop hangen (Sleen)

    wierig

    Zie ook:
  3. te zoet(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Dat spul is werig (Erica)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...