wamèende het, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. achterste deel van een schuur, tegenover het geveleinde

    We mout het wamèen nog dekken (Vries)

    Op het wameinde bint een paar pannen kepot (Beilen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...