wanten bijvoeglijk naamwoord, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: wannen II, wannen

  1. van want gemaakt

    Een wannen guut

    wannen dèkens

    Een wanten buis (Sleen)

    To kun'k in één dag twee wanten buizen maken

    Bron: Nieuwe Drents(ch)e Volksalmanak Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...