warmbloed bijvoeglijk naamwoord

Ook: ...bloedig

  1. warmbloedig

    Der bint kaoldblodige en warmblodige peerden (Beilen)

    Wij hebt een warmbloed pèerd (Zwiggelte)

    Dat is een warmbloedig volk (Grolloo)

    persoon

    Ik heb liever een warmbloed veur de wagen (Borger)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...