was I de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: wasse (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), waske (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), waaske, wasch(e)-

  1. in samenstellingen(Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Zie ook:
  2. het wassen

    De vrouwe leup het mit de wasse tegen (Fluitenberg)

    Zie ook:
  3. gewassen of nog te wassen wasgoed

    Nou hef mien vrouw de waske an de liene (Barger Compascuum)

    De kwaojonges hadden de hiele wasse bemodderd (Elim)

    De witte was mussen ze oetkoken (Balloo)

    De was is nog niet dreuge (Emmer Erfscheidenveen)

    Zie ook:
  4. in

    de slappe was

    Hij zit goed in de sloppe was (Meppel)

    Een kind kan de was doen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...