Ook: wasse (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), waske (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), waaske, wasch(e)-
in samenstellingen(Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)
Zie ook:het wassen
De vrouwe leup het mit de wasse tegen (Fluitenberg)
gewassen of nog te wassen wasgoed
Nou hef mien vrouw de waske an de liene (Barger Compascuum)
De kwaojonges hadden de hiele wasse bemodderd (Elim)
De witte was mussen ze oetkoken (Balloo)
De was is nog niet dreuge (Emmer Erfscheidenveen)
in
de slappe was
Hij zit goed in de sloppe was (Meppel)
Een kind kan de was doen