weer III weren, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: wère (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), were (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), weers (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. gesneden ram

    As een ramlaom castreerd wörde mit een mastworp, dan is het een wèer (Koekange)

    Soep met een stuk van een olde weer

    Wat was het as het gain weer was?

    Een ram (Eelde)

    wèerschaop

    hamel II

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...