'een gelijke andere helft, een bijpassend, bijbehorend voorwerp, maar ook persoon of dier, dat sprek
Zien weerscheid is wat dikker
Wij hebt de weerscheid van dizze vase in huus, wij hebt er krek net zo iene
De weerscheid van oeze hond wil slecht heuren (Fluitenberg)
Gister waa'k de wèerscheid van mien brune schoenen kwiet (Smilde)