weitas de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe

Ook: waaitas, waitas, wa(a)i... (Kop van Drenthe)

  1. weitas

    Hie lop vaak met een weitas op de rugge

    Hij har de petronen in de weitas (Grolloo)

    De jaoger dee de haos in de waitas (Eelde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...