wel I -len, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: welle (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. bron

    Wij mussen wal drie meter diep, veurdat wij de wel te pakken hadden (Sleen)

    Wij zit al in de welle, stop maor mit spitten (Dwingelo)

    De pompe steet niet good in de welle (Ruinen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...