weven overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: wèven (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. weven

    Ik bezitte nog een viefschaften hemdrok mit zulvern knopen. Mien ootien hef het nog espunnen en in M (Havelte)

    Dat geweefde good hef altied zokke mooie kleuren (Ruinen)

    Zie ook:
  2. heen en weer gaan(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Hij zit op die stoel te weven (Hollandscheveld)

    Zie ook:
  3. regelmatige bewegingen maken van een paard, bijv. alsmaar met het hoofd zwaaien

    Dit peerd weeft, het zal wel ofkeurd worden (Eext)

    Dat pèerd dat weeft, dat moej niet kopen (Pesse)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...