Ook: wiggeln (Zuidwest-Drenthe Zuid)
heen en weer bewegen
De appels wiegelt an de takken deur de wind (Eext)
Dat voer heui wiegelt hen en weer (Elim)
De tange net zo lange wiegeln tot er bewèging in komp (Hollandscheveld)
waggelen, wankelen(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe)
Hij wiegelt op de bienen (Hoogeveen)
Zij wiegelt er over (Nieuw Amsterdam)