Ook: wesseln (Zuidoost-Drenthe)
Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanakwisselen
Het kind is al an het wisseln; kiek, hier is een taand (Eext)
Het biest wesselt
Kuj mij die honderd gulden wisseln (Sleen)
Even van plaots wisseln (Nieuw Amsterdam)
Ik heb nog noeit een woord met dat wicht wisseld (Emmer Compascuum)
wisselgeld geven
Kuj altemit een gulden wisseln? (Vledder)
Ik kan oe niet wisseln, ik heb gien kleingeld (Ruinerwold)