witkalken overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. witmaken met witkalk

    De muren bint wit ekalkt (Havelte)

    De millenmure gunge wij eerder altied witkalken (Fluitenberg)

    Ze waren de kooustal an het witkalken (Westervelde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...