woest bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: wuist (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), wuust (Zuidoost-Drenthe), weust (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), wuust II

  1. kwaad

    Wat was ik woest, toen ze mij de fiets ofstolen (Een)

    Het gung er woest tekeer (Eelde)

    Een wuiste, roege kerel (Barger Compascuum)

    Zie ook:
  2. niet ontgonnen

    Op Zwartemeer lig nog een stukkie wuiste grond (Barger Oosterveld)

    Een wuuste hof

    De akker lig wuust (Sleen)

    Weust laand

    wuustien

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...