zèer I het, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe

Ook: zeer

  1. pijn

    Der zat nog wat aold zeer (Barger Oosterveld)

    Zie bint deur het zeer hen (Hoogeveen)

    deur het zeerdoon hen

    Kwaod zeer

    Daor is kwaod zeer an

    Zie ook:
  2. gevoelige plek(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Ze koomt hum an het zeer (Broekhuizen)

    Hij kwaamp mij an het zeer en dat neem ik niet (Hollandscheveld)

    Zie ook:
  3. verdriet(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Hie hef er veul zeer van (Drouwen)

    Het zeer vret an heur (Nijeveen)

    Zie ook:
  4. zweer(Zuidoost-Drenthe)

    Wat liekt dat maal, aal die zeren in het gezicht

    Ik heb een zeer op de lip (Eexterveen)

    Die koe hef kwao zèer

    zèerte

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...