zagerij de
  1. zagerij

    Wij moet die boom nog ofschellen, en dan doew hum hen de zagerij (Sleen)

    Het waren ongekaante plaanken, zo van de zagerije (Broekhuizen)

    De zaegerije har het drok (Wapserveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...