Ook: zaalvig (Kop van Drenthe)
slijmerig, zalverig(Zuidwest-Drenthe Noord)
Pap kan zalverig wezen. Dan blef der een sliertie an de lepel hangen (Dwingelo)
zalvend(Zuidwest-Drenthe Noord)
Die man prat zo zalverig (Wapserveen)
vies, onaangenaam(Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)
Ik heb zo'n vieze, zalverige smaak in de bek (Zuidwolde)
Het eten is zaalvig, het smaokt naarms naor (Roderwolde)