zandhok het, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: zandhut

  1. hok, waarin wit zand werd bewaard, waarmee o.m. een vloer werd bestrooid of klompen werden geschuurd

    Miestal was achter in de naovend of onder de naovend of der naost een zaandhokke (Broekhuizen)

    Wij hadden het zaandhokke onder het rookhokke (De Wijk)

    Het zand in een zandhok wuur gebroekt veur het strèeien op een kleien vloer in de keuken (Stieltjeskanaal)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...