zas bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: zaags, zaars (Midden-Drenthe), zars

Bron: H. van Dijk & Drentsche Courant & Drentsche Courant
  1. gemakkelijk, allicht

    Ie könt het zats waogen, het kost niks (Meppel)

    Dat kun ie zas preberen (Roswinkel)

    Ik kan der zats even langsgaon (Buinen)

    Ik kan dat zas doen (Nijeveen)

    zachies

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...