Ook: zaags, zaars (Midden-Drenthe), zars
Bron: H. van Dijk & Drentsche Courant & Drentsche Courantgemakkelijk, allicht
Ie könt het zats waogen, het kost niks (Meppel)
Dat kun ie zas preberen (Roswinkel)
Ik kan der zats even langsgaon (Buinen)
Ik kan dat zas doen (Nijeveen)
zachies