zeldzaam bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. zeldzaam

    Hie hef een boouk op de kop tikt, die zeldzaom is (Eext)

    Zie ook:
  2. zelden(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Het komp zeldzaam veur (Geesbrug)

    Zie ook:
  3. geweldig, enorm

    Het is een zeldzaam mooi zommer (Padhuis)

    Hie kun dat geweldig, zeldzem (Sleen)

    Zie ook:
  4. bijzonder, singelier(Veenkoloniƫn)

    Dat is ook zeldzaom, dat hij komp (Valthermond)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...