zemelkont de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: zemelpuut, zemeltrien, zemelzak

  1. zeur

    Wat een zemeltriene! (Erica)

    Ie bint een grote zemelzak, een teutkonte (De Wijk)

    Fatsoenlijk proten kan die zemeltriene niet (Ruinerwold)

    Zie ook:
  2. iemand die niet opschiet(Kop van Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Die zemeltriene komp ok niet uut de stee (Klazienaveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...