zenegroen het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: sennablad (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), zenen... (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), zenneblad (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

Bron: H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen
  1. akkerzenegroen, Ajuga chamaepitys

    Zenegroen is een tuunplantien, die blauw bluit (Odoorn)

    Zenegreuin is een mooie bodembedekker (Eext)

    Zennebla kokken met Engels zolt en pepermunt, dat was goed tegen verstopping bij koe en zwien (Padhuis)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...