zeurder(d) -s, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: zeurzak, ....deuze (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), ..kous, ...sok (Midden-Drenthe), zeurdeuze, zeurpiet

  1. iem. die zeurt

    Van dei zeurderd words doe kotsmisselijk (Barger Compascuum)

    Dat is toch zo'n vervelende zeurzak, ie zult er tegen anzien, as hij komp (Broekhuizen)

    Die oolde zeurduze hef hier de hiel middag zetten (Padhuis)

    Die zèurzak, die kwezelt wat (Dwingelo)

    Zie ook:

  2. treuzelaar

    Met dei zeurderd duurt het wel ein joor (Emmer Erfscheidenveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...