ziever -s, dehet

Ook: zever

  1. kwijl

    Het ziever lop hom tou de mond oet (Een)

    luup hum over het vest (Sleen)

    De zever leup langs de stale

    Die kan een verhaal zo laank uutspinnen, dat oe de zever over de klompen runt (Havelte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...