zitplank de
  1. plank om op te zitten

    Veur in de linnenwagen haj een zitbank en verder zitplanken (Sleen)

    De zitplank hej tuschen de twei wagenledders (Barger Compascuum)

    Koom maar bij mij zitten op de zitplaanke

    Een zitplaanke mit dubbele klaampies kun niet verschoeven (Dwingelo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...