zoerbranden het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: zeubranen, zeu... (Kop van Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), zuur... (Zuidoost-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. oprisping van maagzuur

    Het eten brek mij zo op; ik heb zeubraanden (De Wijk)

    Ik kan gien spek hebben, dan krieg ik zoerbranden (Coevorden)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...