zulverkleurig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. zilverkleurig

    Tante streek zuk even deur het zulverkleurig haor

    Dat kannegien was zulverkleurig, mor het was gien zulver (Sleen)

    Bron: A. Dening Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...