zulvern bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. van zilver

    Dou kast dat zilvern vaasie mooi oppoetsen (Coevorden)

    Vrogger gung der op een bruloft een zulvern braandewienskomme rond met een mooie zulvern lepel der i (Beilen)

    De zulvern bruloft (Oosterhesselen)

    Dat is een huus mit een zulvern dak

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...