zunder voorzetsel, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: zonder (Zuidwest-Drenthe), zönder (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. zonder

    Ze gaf mij een koppie zunder oor (Eelde)

    Hie lop aaid zunder jas (Gasselte)

    Hie döt alles zunder te vraogen (Eext)

    Hie zit er niet zunder

    Aj twei gerstpannekoeken achter de knopen hebt, dan bi'j der niet zonder (Zuidwolde)

    (...) dan zult dat wal kielen worden met zunder achterpaand er in

    Hie har een stuk vleis zunder het ien en zunder het aander

    Sigaretten, hij kan niet zunder (Barger Oosterveld)

    Zunder dat e het wus, hadden ze hum de krooie weghaald (Barger Compascuum)

    Bron: G. Kuipers Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...