Ook: zweeien (Zuidwest-Drenthe), zweien (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), zwaoien, zwaaien (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
zwaaien
Hij stiet veur het raam te zwèeien (Erica)
De kinder zwaaiden met vlaggies (Roderwolde)
Laot dat ding niet zo hen en weer zwèeien (Balloo)
straf tot gevolg hebben
Aj mij dat weer lapt, dan zweeit er wat! (Hoogeveen)
As dat uutkomp, dan zweit er wat! (Zuidwolde)