zwöl de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: zwel, zwelle (Midden-Drenthe)

  1. zweer

    As het kuken oet de zwel was, dan zachtte het weer (Barger Compascuum)

    Hij is hen de dokter, hie hef een zwöl in de nak (Eext)

    Hondsdraf leggen ze vaok op wonden en zwellen (Peize)

    zweer

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...