zweeiseln onovergankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)
  1. zwaaien, zwaaiende bewegingen maken

    Hij stun daor wat te zweeiseln (Sleen)

    Wat zweeiselt die der raor langs (Borger)

    zweinseln

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...