zwienenbak de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: zwiene... (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. varkenstrog

    Die zwienebak is van metaol (Emmer Compascuum)

    is nog niet leeg (Roderwolde)

    De appel smuik mie niks; ik heb hom in de zwienebak gooid (Peize)

    Zie ook:
  2. transportbak voor varkens

    De zwienenbak kwam op de wagen en dan gungen ze der met hen de beer (Oosterhesselen)

    Het endelbred van 't zwienebak was kepot (Rolde)

    Zie ook:
  3. slechte maaistreek

    Hij is an het zwienebakken maoken (Eext)

    zwienenzompies mèeien (Sleen)

    Een gaoie maaier laot gain zwienebakken achter (Emmer Compascuum)

    zwadbalk, straol, zompen I

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...