zwienepriester de, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: vetpriester (Veenkoloniƫn)

  1. iem. die smerig werk doet of een smerige streek uithaalt

    Een zwienepriester is een smeerlap (Barger Compascuum)

    Gatverdarre, wat een zwienepriester! (Klazienaveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...