U zocht voorbeeldzinnen met daarin "alles"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 1 - 20 van 500
- achterhands: Hij vertelde neeit alles, maor höl wat aachterhands (Eext)
- achterhands: Ik mus zo achterhands slaon, alles dut mij zèer (Sleen)
- achterholden: Kom der non mor èerlijk met veur de dag en vertel mij alles zunder daj wat achterholdt (Hijken)
- achterwegens: Hie vertelde niet alles, maor huul wat achterwegens (Buinen)
- allernauwst: Aj op dat alles lettenden en op het allernauwst acht gavven
- alles I: Ze hebt door van alles, ...van alles en nog wat (Barger Oosterveld)
- alles I: Bedden en alles haj der in (Balloo)
- alles I: Dat is ok nich alles (Nieuw Schoonebeek)
- alles I: Dat liekt daor ok niet alles te wezen
- alles I: Ik wil der alles niet veur hebben
- alles I: Ik begeer der niet alles veur (Anderen)
- alles I: Ik wil der alles niet veur geven
- alles I: Hie kraomt er van alles oet
- alles II: 't Liekt er alles op dat... (Sleen)
- anarven: Alles wat hij hef, hef hij deur anarven (Noordscheschut)
- andragen: IJ moet alles niet andragen
- andrager: Het is een grote andrager, hij vertelt alles an de
- anfokkerij: Het is oes met de anfokkerij in alles wal aordig gaon, zodaw zunder ankopen in het volle beslag van
- angaon II: Hie döt net of hum alles angeeit, mor hie hef een koppel verbeeldings (Eext)
- anholden: Een hoer is een wief, die het mit alles kerels anholdt