U zocht voorbeeldzinnen met daarin "helpen"
Resultaten 1 - 20 van 85
- allennig: Allennig umdat ik hum helpen wol weur e kwaod (Barger Oosterveld)
- anaorden: Hij kan het ok niet helpen dat hij zo is, het is hum anaord (Beilen)
- anbien: Ik heb hum anbeun um te helpen (Odoorn)
- angiftebiljet: Hej het angiftebiljet al invuld of moet ik je der even bij helpen? (Sleen)
- anschoeven: Kuj mij èven helpen de wagen an te schoeven? (Hoogeveen)
- anvargens: Zie wilt mij wel helpen, mor dat wi'k die meensen op dit moment niet anvargens wezen (Anderen)
- anvatten: Kun ie even helpen anvatten? (Pesse)
- argens: We hoopten det der argens een garage was, waor ze oens wolden helpen (Koekange)
- avaste: Avaste, avaste, jong, dan za'k oe helpen (Havelte)
- bedrief: Tuschen de bedrieven deur kun ik het kind even helpen
- beeboer: De beeboeren kwamen helpen steinen haolen bij het bouwen (Norg)
- beroep: Hij hef een beroep op mij daone of ik hum ook kun helpen (Nijeveen)
- ding: Ik wol um een lief ding dat hie helpen kun (Wapserveen)
- dragen: Maagst mai wel helpen, want ik kan het niet draogen (Roderwolde)
- duur I: Dat helpen van oe was ook neet van lange duur (Diever)
- èende: Hij was zo min, wij mussen hum in 't èende helpen
- erpelkrabben: Nao schoeltied mussen wij helpen eerpelkrabben (Padhuis)
- fraaiigheid: Die jong hef beloofd dat hij even ankommen zul um oos te helpen, maor hij hef het niet daon, het is (Beilen)
- gelieks: wal even helpen, maor ik moet eerst nog wat aans doon (Beilen)
- genugen I: Ik wil oe mit genugen èven helpen (Ruinerwold)