U zocht voorbeeldzinnen met daarin "persoon"
Resultaten 1 - 20 van 46
- achtensweerdig: Dit is een achtensweerdig persoon, die wordt deur een hoop meenschen aacht (Anderen)
- algemien II: Het is gien knap persoon, mar hiel aordig en algemien
- ankommeling: Bij ankommer denkt wij meer an een persoon en bij ankommeling meer an een groep (Sleen)
- bolderbatse: Mit een zwaore stemme te keer gaon, zoe'n persoon is een bulderbasse (Wapserveen)
- einbaor: Dat is een heil geschikt hoesie veur een einbaor persoon (Peize)
- einbaor: Dat is een einbaor persoon (Roderwolde)
- halsknoop: een bezunder persoon (Westervelde)
- hebbelijk: Dat is een hebbelijk persoon (Grolloo)
- henkommen II: Dat is al een henkommen persoon (Padhuis)
- hietheufd: Een hietheufd is een opvliegend persoon (Ruinerwold)
- hoedaonigheid: Dat ligt ok an de hoedaonigheid van de persoon wat er der van terechtbrengt (Klazienaveen)
- hoogstaond: Dat is een hoogstaond persoon, die stiet goed anschreven (Klazienaveen)
- ienlopend: Dat is een allienlopend persoon, die hef nog gien vrouw (Padhuis)
- kalm: Van een rustig persoon, zeg wie: dat is een kalme kerel (Barger Oosterveld)
- klootzak: Het is een dom persoon, een grote klootzak (Eexterveen)
- krankiel: Een krankiel persoon is goed bij de tied en deurtastend (Schoonebeek)
- labiel: Een labiel persoon is uut zien evenwicht, lichaemelijk en giestelijk (Smilde)
- leeghartig: Dat is een leeghartig persoon (Hollandscheveld)
- lomp: Een lompen persoon ligt mij niet (Eext)
- lumig: Hie zit vol gekheid, een lumig persoon (Emmen)