U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rechter"
Resultaten 1 - 20 van 32
- an II: Het voor zakt schief, het gung de rechter kaant an (Westerbork)
- baanderdeur: In de rechter baanderdeur zit een glassie (Westervelde)
- buusgat: Hij keek met het linkeroge in het rechter buusgat
- fietsknipper: De fietsknipper um rechter boksempiep doun (Vries)
- flank: Het leger weur in de rechter flank anvallen (Beilen)
- haand: De linker haand möt niet weten, wat de rechter döt (Nieuw Dordrecht)
- heremientied: Heremientied wat loenst dat meins jao, die kek je met het linkeroog in het rechter vessebuusie (Hijken)
- link: Hoe rechter, hoe slechter (Hoogeveen)
- linker: Woj de linker of de rechter hebben? (Balloo)
- linkerhaand: *De linkerhaand möt niet weten wat de rechter döt
- linkeroog: Hij kik mit het linkeroog in het rechter vessiebuusie
- lonken: Hij lonkt mit het linkeroge in het rechter buusgat
- netzölfde: Het is mie netzulfde, of het mie uut de linker of de rechter piebe lop (Valthermond)
- oetvechten: Ik wil het veur de rechter uutvechten (Nieuw Amsterdam)
- opzèeien: Bij opzeien wordt met de rechter haand zo zeid, dat de kaant van de akker voldounde bezeid wordt (Eexterzandvoort)
- paand: De rechter paand van je jas trekt wat
- piep: Het is mie netzulfde, of het mie uut de linker of de rechter piebe lop (Valthermond)
- pootschoet: ...of een baand schuun over de scholders, zodat het gat links wat klainer was as het rechter gat (Barger Oosterveld)
- rechter I: Hij speult zien eigen rechter (Nijeveen)
- rechter I: De rechter zal wel uutmaken, wel in zien recht stiet (Geesbrug)