U zocht voorbeeldzinnen met daarin "slagen"
Resultaten 1 - 20 van 24
- bien I: Ik had hum al van de bienen slagen
- dik I: Zie hebt wat op het dik slagen
- flater: Wat heb ik een flater slagen, toen ik heur niet weerkende (Barger Oosterveld)
- fotten: Ie moet niet zo fotten met de fietspompe, ie moet grote slagen doon (Beilen)
- golden I: Zij kreeg bij het slagen een golden alozie (Sleen)
- haak: Die hef een goeie an de haok slagen
- haand: Zij hebben de handen in mekaar slagen
- hagel I: Die hagel hef de bieten kepot slagen (Padhuis)
- harsens: Het is hum in de harsens slagen
- haspel: Twie-en-dartig slagen um het haspel gef een knap gaoren (Padhuis)
- lood: Hij was oet het lood slagen
- merakel I: Hij hef hum veur merakel slagen (Klazienaveen)
- overzied: Dat voer heui is mij overzied slagen
- slag I: Hij döt soms rare slagen (Zwinderen)
- slag I: Hij har wal 90 slagen per minuut (Barger Oosterveld)
- slagen: Veur boschoppen moej in Coevern wezen; daor kuj goed slagen (Coevorden)
- slaon: Dat hef e under de narm slagen en metnummen (Sleen)
- slaon: Ik heb het geweer op de nak slagen
- slaon: Het is vannacht in dat hoes slagen
- slaon: Het is hom in de kop slagen