U zocht voorbeeldzinnen met daarin "slepen"
Resultaten 1 - 20 van 23
- bried: ...dei het nog breider het, let het slepen (Emmer Compascuum)
- hobbelig: Doe most dat spirrieland slepen, dat is zo ja veuls te hobbelig (Barger Compascuum)
- kromholt: Most dat kromholt even bie mekaor slepen (Valthermond)
- paosvuur: De kinder bint al vroug an het paosvuur slepen
- pikhamer: De meulensteein wordt slepen met de pikhamer (Eext)
- reuren: Die ege moej ruren laoten, niet slepen (Klazienaveen)
- schup I: Hai het mie de schobbe nog slepen op sliepstaine (Valthermond)
- slepen: De hond lop de heeil dag met een aold doouk te slepen (Eext)
- slepen: Ze slepen de bomen tou de bos oet (Roderwolde)
- slepen: Hij is zo mui, zien vouten slepen over de grond (Emmer Erfscheidenveen)
- slepen: De kinder waren an het paosvuur slepen (Barger Oosterveld)
- slepen: Dat peerd lat de hoeven slepen, dat kost iezers (Eexterveen)
- slepen: Slepen zegge wij ook, asse wij de stege tegen det het vriezen wil, liek wilt hebben (Ruinerwold)
- slepen: Bietenlaand muj eerst slepen en daornao pas zèeien (Sleen)
- slepen: De roege mes fien slepen met de omgekeerde aaide (Roden)
- slepen: De boer was het spirriezaod der onder an het slepen (Barger Oosterveld)
- slepen: As mien ome an het slepen was, mugden mien nèefien en ikke an weerskaanten op de plaank zitten (Hoogeveen)
- sliepen: De meulen mout slepen worden, want de koffie wordt te grof (Valthermond)
- spirreland: Doe most dat spirrieland slepen, het is veuls te hobbelig (Barger Compascuum)
- terecht: Ik zal der maar even mit de ege overgaon en slepen die bulten wat terecht (Nieuw Amsterdam)