U zocht voorbeeldzinnen met daarin "trui"
Resultaten 1 - 20 van 50
- achterpaand: Ik heb de aachterpaand van de trui klaor breid (Ekehaar)
- allereerst: Dat zee ik nog misschien tegen gien sterveling; tegen oe nog het allereerste, Trui!
- belweer: Trui is het lokwoord veur een belweer (Buinen)
- geweld: Hie wol mit alle geweld een neie trui hebben (Anderen)
- grof: De trui was grof breid (Grolloo)
- hetsig: Wat is die ja hetsig in heur zömmerjurkie, zo heeit is het aans nog nie, ik heb nog een trui an (Eext)
- kladden: Die kleverklassen die blieven an joen trui kladden (Klazienaveen)
- laomerwol: Een trui van lamswol (Barger Oosterveld)
- loper: Ik heb een loper in de hoze, ...in de trui (Sleen)
- lubbern: Ik heb ain trui wossen, mor nou lubbert hai der om (Valthermond)
- luiwievensteek: Dizze trui is maokt met een luiwievensteek, foj wat lange draoden zit der in (Eext)
- meerdern: Boven de boord van een trui moej wel 20 steken meerdern (Balloo)
- mouw I: Zo, de mouwen der nog in en dan he'k de trui klaor (Hijken)
- ofhechten: Dizze trui nog even ofhechten, dan is e klaor (Eext)
- ofrafeln: Die trui rafelt, ...refelt of (Sleen)
- ofrafeln: Die trui, die rievelt bij de mouwen of (Klazienaveen)
- ofrafeln: Dei trui wil ik ofraofeln, dan braai ik der wat anders van (Emmer Erfscheidenveen)
- oftrekken: Het underste stuk van die trui za'k oftrekken en wat roemer breien (Eext)
- onrecht II: Hij haar de trui onrecht an (Roderwolde)
- overan: Doe der nog mor een trui overan, het is kold vandaog (Gieten)